Na vier dagen heerlijke rust en in de Dolomieten, zitten we niets vermoedend op onze verlate trein van Bolzano naar München te wachten in een aangenaam bleek zonnetje op een perron in Bressanone; het zal niet meer lukken om de aansluitende nachttrein van München naar Amsterdam te halen. tenzij de trein de geplande 12 minuten pauze in de Italiaanse grensplaats Brennero inkort om alsnog minuten op het geplande schema in te lopen.
Bij aankomst in Brennero wordt snel duidelijk dat een inhaalmanoeuvre uitgesloten is en wordt de reden van de vertraging zichtbaar. Op het perron wemelt het van de Afrikanen, merendeels jonge mannen en een enkele vrouw. Er staat een sociaal werker met een hesje gelaten toe te kijken en een cameraman filmt de bewegingen rond de trein, die snel voller loopt. Jonge kerels zonder bagage met witglanzende, waarschijnlijk nepmerkgympen, stappen de wagons binnen en gaan zitten om binnen 10 minuten hun plaats weer te verlaten, een verontrustend rusteloos tafereel. Vlak voor vertrek stapt ook de gespotte cameraman onze wagon binnen, gevolgd door, wat later blijkt, de regisseur, bepakt en bezakt. Ik glimlach enigszins gegeneerd en onbeholpen naar de op het perron achtergebleven Afrikanen. Wat een absurdistisch schouwspel in de trein, die nu bevolkt wordt door forenzen achter hun laptop, vakantiegangers en vluchtelingen. Er wordt nog steeds lenig in- en uit de trein gesprongen, waarbij het perron voortdurend schichtig wordt afgespied door menigeen. Een groepje Afrikanen zit rustig een beetje timide gade te slaan hoe leeftijdgenoten de sprong naar het Noorden wagen. Nadat de conducteur in drie talen de nieuwe passagiers met de gebruikelijke tekst welkom heet, vertrekt ons kleurrijke gezelschap richting Oostenrijk.
In Innsbruck wordt de tein door een bataljon bewapende agenten langs het spoor opgesteld, opgewacht. Oostenrijkse Polizei? Nee, Bundes Polizei, bewapend met pistool, handboeien en tie straps. Afrikanen ontvluchten de trein, anderen proberen zich langs de strategisch voor de ingang opgestelde oudere conducteur de trein in te glippen, waarbij bijna een schermutseling ontstaat. De conducteur dreigt daarbij zelf op het perron buitengesloten te worden en achter te blijven. De ingestapte Polizei krijgt de gesloten deuren niet zo snel meer open, maar de conducteur weet zich door een kier in een halfgeopende deur te wurmen. Nu worden de opstappers gecontroleerd door de Polizei en toegesproken in het Engels “Without papers you can’t enter Germany.” De Bundes Polizei loopt heen & weer, waarna op het volgende station een aantal vluchtelingen de trein verlaat, terwijl anderen instappen. een grote groep jongeren laat zich niet ontmoedigen, hopeloos als ze zijn Duitsland te bereiken. Achter ons zit een familie met kleine slapende kinderen, ook zij worden gecontroleerd door de polizei. De dienstdoende conducteurs controleren ondertussen onze reisdocumenten en de jongste, zichtbaar aangedaan door het kat-en-muisspel van de vluchtelingen met de autoriteiten, probeert in alle hectiek ons op de hoogte te houden van de kans onze aansluiting in München te halen.
Zo boemelen we langs nog verschillende kleine stationnetjes in Oostenrijks Tirol en naderen de volgende grens, gaat het enkelen lukken Duitsland in te komen? Op de plek waar 2 fietsen kunnen hangen staat een krankzinnig groot pakket, er zouden – zo schat ik – wel 2 verstekelingen in kunnen, maar de polizei het pakket voor wat het is als een oudere vrouw zegt dat het er al vanaf het begin stond. De jonge aangedane conducteur fluistert ons toe dat hij nog niet kan zeggen of we de aansluiting in München gaan halen, want in Rosenheim moeten we misschien de trein verlaten. De ouder conducteur haalt de reserveringskaartjes boven de stoelen uit de plastic hulsjes. En dan staat de trein bij de Duitse grens en worden de Afrikanen zonder (reis)documenten door de Bundes Polizei door de wagons naar het achterste wagonstel gebezemd. Een enkele Afrikaan probeert toch weer te gaan zitten, maar de Polizei controleert nauwkeurig, links en rechts, links rechts alle banken. Dan passeert de stoet ons, eerst jonge mannen en dan ook vrouwen met kinderen – één jongen van een jaar of tien trekt gekke clowneske bekken terwijl hij door het gangpad huppelt.
Nu wordt ook de Syrische familie achter ons gemaand op te staan, maar ze treuzelen. De kinderen slapen en de man en vrouw kijken met smekende blik naar de Polizei, die de taak aan de jonge conducteur overdraagt en naar achter verdwijnt. Als er geen ontkomen aan is, volgt de familie de jonge Duitse conducteurhem tot op het perron en dan, na enige aarzeling, verdwijnt de familie via een steeg Rosenheim in, de conducteur vertwijfeld achterlatend. De oude conducteur en Polizei komen erbij en halen gelaten hun schouders op – één familie ‘s avonds om elf uur Duitsland illegaal binnengeglipt en een wagon vol met andere vluchtelingen, die zoals ik thuis op internet lees naar een brandweerkazerne gaan, waarna een enkeling voor een asielaanvraag in aanmerking zal komen om uiteindelijk toch nog in het gewenste München te belanden, maar voor hoelang?
Wij boemelen door naar München waar de nachttrein op ons en van alle kanten aanstromende verlate passagiers staat te wachten……wij boffen en kunnen onze couchettes in maar op doorreis naar Nederland waar tenslotte een marechaussee in burger onze paspoorten komt controleren. Ik merk ironisch op dat ze te laat zijn, dat de vluchtelingen al zijn afgevoerd, waarna de mareschausse verbaasd opmerkt:”O, was er al controle?” “Controle? Een ware razzia!” We zijn weer thuis, terwijl energieke hopeloze vluchtelingen aan de Europese grenzen morrelen.